veranderlijken in de kleine beer

Het leek ons een goed idee om per sterrenbeeld de gemakkelijke, bekende en bijzondere veranderlijken te behandelen. De nadruk zal liggen op de veranderlijken, die vooral door leden van onze vereniging worden geschat. We hopen dat beginnende waarnemers zo aan ideeën komen om hun waarneemprogramma uit te breiden.
In elk artikel zal één sterrenbeeld behandeld worden, en naast bijzonderheden over de sterren zelf zal eventueel ook worden aangegeven wat een gemakkelijke starhop-route is, en wanneer het volgende minimum verwacht kan worden. Het kleine sterrenbeeld De Kleine Beer, Ursa Minor, bijt de spits af.
Hoewel er geen bekende (deepsky) objecten binnen dit sterrenbeeld liggen, op Polaris na dan, zijn er toch een redelijk aantal veranderlijken te vinden.
 

Ursa Minor
UMi
De Kleine Beer, een klein sterrenbeeld, met sterren van magnitude 2 tot 5, is vooral bekend door zijn helderste ster Polaris, de Poolster. Het sterrenbeeld is bekend sinds 600 v.Chr., toen Thales voorstelde om de sterren te gebruiken als navigatiemiddel voor de zeevaarders. Het sterrenbeeld is uiteraard circumpolair, en doordat de hemelpool aan het einde van de staart van de beer nabij Polaris ligt, gemakkelijk het hele jaar waar te nemen. Dit heeft het grote voordeel dat er geen gaten in de waargenomen lichtcurven hoeven te zitten.
 
Polaris (Alpha Ursae Minoris)
Behalve haar huidige ligging vlakbij de hemelpool is Polaris zowel een optische dubbelster als een spectroscopische dubbelster, en ook een veranderlijke ster: een Cepheïde. De lichtschommelingen zijn echter te gering om  visueel op te vallen.
 
X UMi
Helderheid: magn. 12.5 - 18.4. Periode 343 dgn.
De Miraster X UMi ligt halverwege en iets ten oosten van de lijn Polaris - Delta UMi.
Deze ster is zelfs in het maximum nog zo zwak dat hij eigenlijk buiten het bestek van dit artikel valt. De reden dat hij toch vermeld wordt, is dat het de meest noordelijk gelegen ster is (decl.+88 graden!), die nog door onze leden waargenomen wordt, zij het dan enkel in het maximum.
Op de AAVSO-site zijn een b- en een d-kaart te downloaden. Het laatste maximum vond begin september 2003 plaats, en aangezien de periode 343 dagen bedraagt, zal het maximum nu half augustus plaatsvinden. Zodra je dit artikel leest (half juli 2004) kunnen bezitters van grote kijkers (min. 25 cm) proberen X UMi waar te nemen.
 
Z UMi
Helderheid: magn. 10.8 - 16.7. Periode ??
Hoppen we langs de staart van de Kleine Beer van Delta UMi door naar Epsilon UMi, en dan eenzelfde afstand (4 graden) naar het westen, dan komen we bij SAO 2459, een ster van magn. 5.6. Beweeg de kijker iets terug, dan zien we een mooi boogje van sterren van magn. 7 tot 9. Hierbinnen staat Z UMi, die een mooi driehoekje vormt met sterren van magn. 11,2 en 11,4
Z UMi is een R CrB veranderlijke. Dit zijn sterren die zichzelf af en toe verduisteren door wolken van koolstof uit te braken. Normaal bevinden ze zich op hun maximum (voor Z UMi is dat ongeveer magn. 11.2) en duiken dan onverwachts vele magnituden naar beneden.De laatste keer was zo'n 9 maanden geleden, en het zou ieder moment weer kunnen gebeuren. Schat deze ster dus elke heldere avond!
 
Vlakbij Z UMi staat de Mira ster R Cam. Met behulp van de b-kaart kan je gemakkelijk naar deze ster toehoppen. Meer info over R Cam in het artikel over Camelopardalis.
 
S UMi
Helderheid: magn. 8.0 - 12.5. Periode 322 dgn
Hoppen we van Epsilon UMi door naar Zeta UMi, dan zijn we vlakbij de S UMi. Deze vormt een rechthoekige driehoek met Epsilon en Theta UMi.
Hoewel de Miraster S UMi altijd helder genoeg blijft om ook met kleinere instrumenten te schatten, is het lastig om dit te doen. De reden is zijn kleur: S UMi is erg rood-oranje. Het Purkinje-effect (zie de waarnemingshandleiding) zorg ervoor dat de spreiding in de lichtcurve erg groot is. Soms wel meer dan 1,5 magnitude!
Probeer daarom als je deze ster schat om hem zo ver mogelijk uit focus te draaien, waardoor het sterrenschijfje er grijs gaat uitzien, en het inbranden van de rode kleur minimaal wordt.
 
T UMi
Helderheid: magn. 9.2 - 14.0. Periode 315 dgn
Door naar Beta en Gamma UMi. Hop van Gamma naar Beta en door naar 5 UMi. Dan richting zuiden over 3 UMi tot je bij een groepje van drie sterren komt in de vorm van een hockeystick. De steel wijst naar een ster van magn. 8, die vlakbij de Miraster T UMi staat.
T UMi is momenteel weer onderweg naar een minimum, maar zal in de loop van de herfst weer helderder worden.
 
U UMi
Helderheid: magn. 8.2 - 12.0. Periode 326 dgn
Terug naar de dubbelster Gamma UMi. Ga in de zoeker van de heldere component naar de zwakkere, over 9 UMi en beweeg in een soort boog zuidwaarts tot een opvallend groepje sterren. Ten zuiden hiervan staat een dubbelster die je kunt gebruiken om de Mira U UMi te vinden. Deze vormt een mooi driehoekje met 2 sterren van magn. 10.
Momenteel begeeft U UMi zich weer richting een minimum, maar omdat dit meestal rond magn. 11,5 ligt kunnen ook waarnemers met kleine telescopen deze ster blijven waarnemen.
 
R UMi
Helderheid: magn. 8.6 - 10.5. Periode 320 dgn
Ga je weer terug naar Gamma UMi, en beweeg je nu de andere kant op, dan kom je bij een opvallend rechthoekig figuur. Hier staan twee bekende veranderlijken, R en AG Dra die in een volgende aflevering aan de beurt komen. Volg de westelijke kant van het figuur over iets meer als de lengte van het figuur zelf, en je bent in de buurt van R UMi, de laatste ster uit dit artikel. R Umi is net geen Mira, omdat de schommelingen te gering zijn. Omdat hij altijd redelijk helder blijft, is hij toch geschikt voor waarnemers met kleine telescopen.